4 Oktober – Werelddierendag

Het idee dat ‘huisdieren goed zijn voor ons’ is bepaald geen nieuwe. Ze werden al vroeg in de 19de eeuw erkend door Florence Nightingale, die opmerkte dat mensen die opgesloten zaten op hun ziekenhuiskamer merkbaar opgefleurd werden door de aanwezigheid van een vogel. Hedendaags wetenschappelijk onderzoek naar de band tussen mensen en dieren ondersteunt de gedachte dat dieren ons veel te bieden hebben op het gebied van fysieke en psychologische voordelen voor onze gezondheid. Zo kan het aaien van een huisdier of het bekijken van de vissen in een aquarium een krachtige ontstressende werking hebben en onze hartslag en bloeddruk tijdelijk verlagen.

Diverse studie hebben aangetoond dat huisdiereigenaren een gezonder leven leiden dan mensen zonder huisdieren. Dit resulteert in minder bezoekjes aan de dokter en als ze dan toch ziek worden, zijn de kwaaltjes minder ernstig. Het hebben van een huisdier, en dan in het bijzonder een hond of kat, kan opmerkelijk genoeg de kans om te herstellen van ernstige gezondheidsproblemen fors verhogen. Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat hondeneigenaren 8,6 keer meer kans hebben om in leven te blijven na een hartaanval dan mensen zonder hond. Vanuit een psychologisch perspectief, kunnen huisdieren ons helpen om nieuwe vrienden te maken. Dit kan ertoe leiden dat onze depressieve gevoelens verminderen, onze eigenwaarden verbeteren en we meer zelfvertrouwen en autonomie krijgen.

Alle leeftijdsgroepen profiteren van de voordelen die een huisdier oplevert, maar kinderen halen er nog het meeste voordeel uit. Voor veel kinderen is een huisdier een bron van veiligheid, een manier om hun onbewuste angsten en zorgen bespreekbaar te maken. Dit is een groot voordeel in het bijzonder voor kinderen die last hebben van ouders die in echtscheiding liggen, het overlijden of de ziekte van een dierbare of andere omstandigheden waardoor ze emotioneel kwetsbaar zijn. Een recente studie van de Cambridge Universiteit toont aan dat kwetsbare kinderen meer vertrouwen hebben in hun huisdieren dan in hun broers en zussen en dat de relatie tussen jonge kinderen en huisdieren waarschijnlijk een stuk complexer is dan we denken.

Naast de rol van vertrouweling hebben huisdieren ook een educatieve rol voor kinderen. Ze leren hoe ze met leven en dood moeten omgaan en het helpt ze om belangrijke vaardigheden zoals verantwoordelijkheid, tijdmanagement, delen en zorg voor anderen te ontwikkelen. Daarnaast hebben enkele studies aangetoond dat kinderen met huisdieren zorgzamer en empatischer zijn als volwassenen.